Zijn planeten bewegende sterren?
In het heelal is van alles: planeten, sterren, kometen, nevels enzovoort, maar geen vast middelpunt. Daar dachten de oude Grieken anders over: de aarde was het centrum en daaromheen zagen zij hemellichamen die stilstonden ten opzichte van elkaar en hemellichamen die bewogen. Het eerste type noemden zij ster, het tweede dwaalster. Nu zijn sterren er nog steeds, maar wat is er van die dwaalsterren geworden?
De Grieken noemden de dwaalsterren plánḗtēs astéres, kortweg plánḗtēs. Dat is het meervoud van plánès ‘zwerver, zwevende ster’, en dat is afgeleid van planãn ‘(doen) dwalen’. Gezien vanuit het centrum van hun heelal, de aarde, kenden de Grieken er zeven: de zon, de maan, Mercurius, Venus, Mars, Jupiter en Saturnus. Pas nadat Copernicus in 1543 wereldkundig maakte dat niet de aarde, maar de zon het middelpunt van ons stelsel is, was een planeet niet langer een bewegende ster, maar een hemellichaam dat om een zon draait. De zon en de maan speelden verder geen rol meer en Aarde kwam erbij, en zo telde het zonnestelsel toen zes planeten. In de 17e eeuw kwamen daar nog Uranus en Neptunus bij.
Overigens hadden die oude Grieken kunnen weten dat de aarde niet het centrum was. De Griekse astronoom Aristarchus van Samos beschreef voor het begin van onze jaartelling namelijk al het ‘heliocentrische model’, dus het model waarin de zon het middelpunt is van ons zonnestelsel.
Leuk om te weten:
De zon, de maan en de vijf planeten die in de oudheid bekend waren, speelden een belangrijke rol bij de naamgeving van de dagen van de week.
Wilt u meer van zulke verhalen lezen? Lees dan Waarom is een witte neushoorn grijs (en een zwarte ook)?