bozeburgercomplex
21-02-2019 - Woord van de Dag - Van Dale Uitgevers

Afgelopen weekend hield GroenLinks een verkiezingscongres met het oog op de Statenverkiezingen in maart. Ook Jesse Klaver was van de partij en hij zei ook een paar woorden:
Ik zie het optimisme en het verlangen naar verandering en verbetering. Maar Den Haag laat zich gijzelen door het pessimisme van een kleine minderheid van VVD en CDA. (De Volkskrant, 18-2-2019)
Hij noemde die beide coalitiepartners ‘krimpende partijen, die ‘missen wat er echt aan de hand is’, omdat ze lijden aan ‘het bozeburgercomplex’. Het ANP had die term zaterdag trouwens ook opgepikt, maar ten onrechte als drie woorden gespeld (boze burger complex).
Op dinsdag figureerde bozeburgercomplex opnieuw in een krant, dit keer in een kritisch stuk van Telegraaf-columnist Rob Hoogland:
Een nieuwe term om het klootjesvolk te kleineren: het bozeburgercomplex. De Jessias bedacht ’m. Nou ja, zijn pr-discipelen bedachten ’m. Zelf bedenkt de verlosser helemaal niets. Hij kan nog niet eens een simpele rekensom maken, getuige de meest onderbelichte polderlandse politieke blunder van de 21ste eeuw.
Hoogland analyseert vervolgens het framende karakter van dit Klaveriaanse woord en introduceert tussen neus en lippen door ook nog het werkwoord tokkificeren:
Boos staat nu ook voor dom en rechts. Net als burgerlijk, niet te vergeten. Met bozeburgercomplex tokkificeer je de burger lekker dubbelop.
Bozeburgercomplex heeft uiteindelijk maar weinig kranten gehaald en ook op Twitter heeft het woord geen hoge ogen gegooid. Blijkbaar spreekt het niet erg aan. Dat kan erop wijzen dat Klaver zijn hand overspeeld heeft met zijn denigrerende typering van een groot deel van het volk, dat best bereid is leuk mee te doen met de vernieuwing van Nederland, maar wel in zijn eigen tempo.
Definitie
bozeburgercomplex (het, g.mv.) aan gewone burgers toegeschreven complex van gevoelens van boosheid en verzet wanneer zij geconfronteerd worden met politieke en maatschappelijke vernieuwingsbewegingen die de status quo in de samenleving radicaal en in rap tempo willen veranderen
plaagsticker
20-02-2019 - Woord van de Dag - Van Dale Uitgevers

Klimaatkardinaal Diederik Samsom, sinds kort tevens columnist van De Volkskrant, schrijft vandaag in die krant over drammen. Hij analyseert mooi hoe dat woord sinds het Telegraaf-interview met Klaas Dijkhoff vleugels heeft gekregen. Het inspireerde Buma tot de oproep om te stoppen met ‘dromen en drammen’ over het klimaat, terwijl Van der Staaij ‘het woord zelfs over de grens van het klimaatdebat [probeerde] mee te smokkelen naar een eigen thema: vaccinatiedrammers. Samsom noemt het woord een plaagsticker:
Het succes van zo’n politieke plaagsticker wordt niet alleen bepaald door de taalkundige eigenschappen – beeldend en bekt lekker – maar vooral door de kleefkracht ervan. Draaien, graaien of drammen, het beklijft slechts wanneer het verwijt ook een kern van waarheid bevat.
Politieke plaagsticker fungeert in deze context ter aanduiding van een politieke kwalificatie waarmee een tegenstander wordt geframed. Anders gezegd: de mensen die als drammers worden getypeerd, krijgen met dit woord een politiek etiket opgeplakt, ze krijgen een politiek stempel opgedrukt.
Sticker is een synoniem van etiket en het woord plaagsticker roept dan ook automatisch de uitdrukking iemand een etiket opplakken op. Daar kun je hinder van ondervinden, oftewel, daar kun je door ‘geplaagd’ worden.
Definitie
plaagsticker (de, -s) versimpelde, onvolledige of valse typering van een persoon of partij: een politieke plaagsticker