Trouw schrijft vandaag over een trend in de bouwwereld: mobiele prefabwoningen die ergens voor een beperkte tijd worden geplaatst. Verbouwde zeecontainers noemden we die tot voor kort, maar tegenwoordig zijn er allerlei andere namen in omloop, zoals budgetwoning en – een woord dat vandaag zijn debuut maakt in de krant – tempohuis.

De naam tempohuis zal wel geïnspireerd zijn door de snelheid waarmee dit type huizen neergezet wordt. Ze worden soms binnen een dag met een dieplader aangevoerd en door een hoogwerker op hun plaats gezet. Een aannemer noemde deze manier van bouwen onlangs ‘revolutionair’.

Maar of dat zo’n gelukkig gekozen typering is?

Ongeveer een eeuw geleden werden er ook woningen in hoog tempo gebouwd. Revolutiebouw werd dat destijds genoemd en de woningen die in revolutiebouw waren opgetrokken (de revolutiehuizen) hadden een slecht imago.

Het neologisme tempohuis moet zich nog bewijzen. En als dat niet het geval is terwijl zo’n prefabwoning toch minder duurzaam blijkt dan ze nu lijkt te zijn, kunnen we altijd weer het woord revolutiehuis van stal halen.

Definitie

tempohuis (het, tempohuizen) huis dat in een fabriek is geproduceerd en als geheel op een fundering wordt geplaatst of dat in el­kaar ge­zet wordt uit van te­vo­ren ge­reed­ge­maak­te on­der­de­len, synoniem prefabhuis

Ton den Boon, hoofdredacteur Dikke Van Dale

Het Woord van de Dag (#WVDD) wordt mede mogelijk gemaakt door Taalbank.nl. Dit artikel is ook te vinden op de website van Taalbank.nl.