De Telegraaf schrijft vandaag over een fruitteler in het Gelderse Dreumel die het slachtoffer is geworden van agriterreur:

Het lijkt inmiddels een trend op het Gelderse platteland: agriterreur. Dit weekeinde werd een appelboomgaard in het Gelderse Dreumel deels verwoest.

Agriterreur is een betrekkelijk nieuw verschijnsel: het woord werd in oktober 2017 voor het eerst in een krant aangetroffen ter aanduiding van terreur gericht tegen agrariërs. Het is een opvallende taalvorm, omdat in afleidingen en samenstellingen met terreur, variërend van bioterreur tot zeurterreur, het eerste woorddeel gewoonlijk niet het slachtoffer, maar het terreurmiddel noemt. In andere (gelegenheids)samenstellingen met terreur, zoals nachtterreur en  straatterreur, noemt het eerste woorddeel juist de plaats of tijd. Vanuit dat perspectief is agriterreur een vreemde eend in de bijt en alleen daarom al interessant. Omdat het woord bovendien sinds oktober 2017 geregeld in de (regionale) media figureert en zo lijkt uit te groeien tot een begrip, is het een woord om te blijven volgen.

Overigens wekt agriterreur de schijn een hyperbool te zijn. De agriterreur maakt agrariërs weliswaar angstig, maar het is de vraag of de baldadigheid of het hooliganisme waarbij fruitbomen e.d. worden vernield, ook echt als doel heeft angst te zaaien onder agrariërs. Wellicht zijn agrarische bezittingen, die zich vaak onbeheerd op afstand van de eigenaar bevinden, gewoon een gemakkelijke prooi van vernielzuchtige types die graag onbespied hun gang gaan en richten zij daarom vernielingen aan gewassen, fruitbomen en andere agrarische bezittingen aan.

Definitie

agriterreur

(v, g.mv.) 1 terreur die specifiek gericht is tegen agrariërs en/of hun bezittingen 2 (hyperbool) vernielzucht waarvan agrariërs het slachtoffer zijn

Ton den Boon, hoofdredacteur Dikke Van Dale

Het Woord van de Dag (#WVDD) wordt mede mogelijk gemaakt door Taalbank.nl. Dit artikel is ook te vinden op de website van Taalbank.nl.