Uren, dagen, maanden, jaren
Nog even en ook dit jaar is weer voorbij. Voor velen een aanleiding om nog eens terug te blikken, waarbij vooral de ouderen onder ons allicht een verzuchting zal ontsnappen over de jaren die wel voorbij lijken te vliegen. Oftewel, filosofischer uitgedrukt: waar blijft de tijd?
Ook protestants Nederland houdt zich dezer dagen met onze vergankelijkheid bezig. In veel kerken wordt op oudejaarsavond een lied gezongen waarvan de eerste regels een gevleugelde uitdrukking zijn geworden:
Uren, dagen, maanden, jaren,
vliegen als een schaduw heen.
Ach, wij vinden waar wij staren,
niets bestendigs hier beneên.
Op de weg die wij betreden,
staat geen voetstap die beklijft.
Al het heden wordt verleden,
schoon 't ons toegerekend blijft.
Overigens werden die eerste regels vroeger door kwajongens weleens verbasterd tot 'Uren, dagen, maanden, jaren, vliegen als een schaap door 't veen', wat destijds als het toppunt van ondeugendheid moet hebben gegolden, maar dat terzijde.
Die beroemde eerste regels hebben zelfs het woordenboek gehaald, onder 'schaduw'. Daar valt ook te lezen dat de tekst afkomstig is van de schrijver-dichter Rhijnvis Feith, die het ook nog tot burgemeester van Zwolle schopte trouwens. De tekst van het lied stamt uit 1805 en gaat dus al ruim twee eeuwen mee. Inderdaad, waar blijft de tijd.