Taaltip: schrijf je 'achterop' of 'achter op'?
Redacteur Hans de Groot geeft Van Dale-taaltips. Deze keer geeft hij antwoord op de vraag: is het achterop of achter op?
Beide vormen kunnen juist zijn. Welke vorm je kiest is afhankelijk van de rest van de zin.
Als het een bijwoord is, schrijft je: achterop.
Daar kwamen ze aan. Zij fietste, hij zat achterop.
Als er een woordgroep op volgt, schrijf je echter: achter op.
Hij zat achter op de fiets.
De reden hiervoor is dat ‘achter’ een nadere bepaling is bij ‘op de fiets’. Waar op de fiets zat hij? Achter op de fiets.
Er zijn veel van dit soort verbindingen. Nog enkele voorbeelden:
De vaas staat boven op de kast.
Zijn proefwerk lag bovenop.
Ze woont vlak bij het centrum.
Ze woont vlak bij mij.
Ze woont vlakbij.
Hans de Groot, redacteur bij Van Dale Uitgevers
De Van Dale-taaltips zijn ook te vinden op de website van Schrijven Online.