Taaltip: hoe voorkom je dt-fouten?
Redacteur Hans de Groot geeft Van Dale-taaltips. Deze keer geeft hij antwoord op de vraag: hoe voorkom je dt-fouten?
Iedereen maakt weleens een dt-fout. Het vervelende is dat je er moeilijk op kunt zoeken, want of het bijvoorbeeld ‘word’ of ‘wordt’ moet zijn hangt af van de context. De spellingcontrole van een tekstverwerker zal beide vormen goedkeuren.
Patronen
Maar je hebt wel een paar patronen die je kunt controleren. Zoek bijvoorbeeld in je tekst op: dt ik
Als je dan tegenkomt:
Op zondagavond wordt ik altijd zenuwachtig voor de volgende dag.
dan weet je dat je iets te verbeteren hebt.
>> Op zondagavond word ik altijd zenuwachtig voor de volgende dag.
Je kunt ook zoeken op: dt je
Daarmee vind je een fout als:
Wordt je ook niet helemaal gek van al die mails?
Dat verbeter je in:
>> Word je ook niet helemaal gek van al die mails?
Maar pas wel op met dit patroon, want in de volgend zin is ‘wordt’ wel correct:
Wordt je collega ook niet helemaal gek van al die mails?
In de tweede zin is ‘je’ geen persoonlijk voornaamwoord (dat je kunt vervangen door: jij), maar een bezittelijk voornaamwoord. Het onderwerp van de zin is niet ‘je’, maar ‘je collega’. Dat is derde persoon enkelvoud en dus schrijf je ‘wordt’. Dus dit patroon nooit blind zoeken en vervangen in je tekst.
Twijfel je, gebruik dan het aloude trucje: vervang het werkwoord door een ander werkwoord dat geen stam heeft op -d.
Het is:
houd je ook zo veel van…
omdat je ook zegt:
geef je ook zo veel om…
Vergelijk:
geeft je collega ook zo veel om…
Dus:
houdt je collega ook zo veel van...
Hans de Groot, redacteur bij Van Dale Uitgevers
Dit artikel is ook te vinden op de website van Schrijven Online.