Kunt u ook niet wachten tot de proloog?
Het zal weinigen zijn ontgaan: op 4 juli gaat in Utrecht de 102e Tour de France van start. Na Nederland zal ook België worden aangedaan, waarna de renners eindelijk Frankrijk in duiken en het spel op de wagen komt.
Wat heeft dat met Van Dale te maken, zult u zich misschien afvragen. Wel, meer dan u denkt. Want rond het wielrennen is een heel eigen taal ontstaan en veel woorden en uitdrukkingen uit die wielertaal hebben het inmiddels tot Van Dale geschopt. Sterker, voor de in dit najaar te verschijnen 15e druk van de Dikke hebben de wielertermen (en ook andere sporttaal) extra aandacht gekregen. In het woordenboek komen straks meer dan vijfhonderd woorden en uitdrukkingen voor die iets met de wielersport te maken hebben. Zoals 'het spel komt op de wagen' uit de inleiding van dit stukje. Dat betekent: 'nu wordt het interessant, nu gaat de strijd werkelijk beginnen'.
Gewoontegetrouw begint de Tour met een proloog. Dat is een – veelal korte – tijdrit in een stedelijke omgeving. De winnaar van die proloog mag de eerste gele trui aantrekken. Het woord 'proloog' ontleenden we via het Frans en het Latijn aan het Grieks. We herkennen er de delen 'pro' en 'logos' in, die 'voor' en 'woord' betekenen. Inderdaad is de oorspronkelijke betekenis 'voorwoord'. De wielerbetekenis is daar een figuurlijk afgeleide van.
Laat nu maar gauw komen, die proloog. We kunnen niet wachten.