Ontuitnodigen
Vorig weekend werd ik ontuitgenodigd.
Een vriendin viert de verjaardag van haar kinderen altijd met zo veel mogelijk vrienden en familie, waarbij het meestal uitdraait op een uitstekend feestje voor de ‘grote mensen’. Zo ook dit jaar. De uitnodiging stond al wekenlang in mijn whatsapp. En ja, we hadden er zin in, een kinderfeestje dat vaak nog leuker wordt dan de meeste borrels bij ons thuis.
Maar toen kwam corona. En sinds 18 augustus jl. betekent dat in huis of tuin maximaal 6 mensen. Daar ging het kinderfeestje. Ons feestje. Voordat ik me dit goed en wel realiseerde, kreeg ik al een appje van de vriendin:
“Ik moet je helaas ontuitnodigen voor zondag!”
Verbazing bij mij, hoezo? Toen het coronakwartje eenmaal viel, realiseerde ik me pas wat een geweldig nieuw werkwoord zij had geïntroduceerd: ontuitnodigen! Of is het onuitnodigen? Want het bijvoeglijk naamwoord onuitgenodigd bestaat al, dat staat sinds april vorig jaar in de Dikke Van Dale. Ik ga het in ieder geval vaker gebruiken, een briljante vondst vind ik het. Wie weet staat het over een paar jaar ook als werkwoord in ons woordenboek.
Chantal van Welsem-Janssen, contentmarketeer bij Van Dale Uitgevers