Column: We moeten van het gas af. Maar hoe komen we aan dat woord?
Het woord gaswapen werd tot voor kort meestal gebruikt voor gifgassen die als wapen worden ingezet in een oorlog. Sinds de Russische inval in Oekraïne heeft datzelfde woord echter een totaal andere betekenis. Het verwijst naar aardgas dat wordt gebruikt als chantagemiddel in een economische oorlog, waarbij de leverancier de levering stopzet of dreigt stop te zetten als de afnemer niet aan zijn voorwaarden voldoet.
In beide betekenissen is gaswapen gevormd met het woord gas, dat als verkorting kan dienen van aardgas, biogas, campinggas, darmgas, kolengas, moerasgas, schaliegas en honderden vergelijkbare samenstellingen.
De Russen, die het gaswapen momenteel inzetten tegen het Westen, zijn voor hun woord gaz overigens schatplichtig aan het Nederlands. Het was namelijk de Brusselse arts, filosoof en alchemist Jan Baptiste van Helmont (1579-1644) die de basis legde voor de naam van dit ‘vluchtige goud’. In zijn speurtocht naar een wondermiddel tegen alle kwalen, wist Van Helmont koolzuurgas te bereiden. Hij noemde die ‘damp die uit gistende vloeistoffen opstijgt’ gas.
Dat woord kwam niet helemaal uit de lucht vallen. Onder alchemisten was het namelijk gebruikelijk de lucht te typeren met het Griekse woord chaos, dat eigenlijk ‘lege ruimte’ betekent, maar ook ‘de stof waaruit de aarde bestond voordat de Schepper er vorm aan gaf’.
Het koolzuurgas dat Van Helmont ontdekte, deed hem blijkbaar aan lucht denken, want hij noemde het chaos, maar paste dat Griekse woord wel meteen aan het Nederlandse klanksysteem aan: gas. Al snel daarna verspreidde dit woord zich over alle Europese talen, waaronder dus ook het Russisch.
Ton den Boon, Nederlands hoofdredacteur van de Dikke Van Dale