Column: Inflatie was een medisch begrip
Dagelijks horen we dat de inflatie hard oploopt. Aanvankelijk klonken er vanuit de Centrale Banken sussende woorden: de inflatie zou slechts van tijdelijke aard zijn. Inmiddels blijkt dat het inflatiespook een hardnekkig verschijnsel is en vergelijken economen de situatie al met de jaren zeventig, toen het prijspeil eveneens snel steeg.
Overduidelijk is inflatie nu een economische term voor ‘geldontwaarding’, maar toen onze taal dit woord in de zeventiende eeuw aan het Frans ontleende, had het een medische betekenis: ‘opzwelling van de buik door gassen’. De grondbetekenis van het Franse woord inflation is namelijk ‘opgeblazenheid’ en dat woord gaat uiteindelijk terug op het Latijnse werkwoord inflare ‘opblazen’.
Pas sinds circa 1875 betekent inflatie ‘waardevermindering’, nadat eerder in krantenberichten al sprake was geweest van ‘inflation in Amerika’. Als economisch begrip hebben we inflatie dan ook niet aan het Frans, maar aan het Amerikaans-Engels ontleend. Overigens is het Engelse woord inflation op zijn beurt wel schatplichtig aan het Frans: de vroegste vindplaats in het Engels is namelijk de vertaling uit 1821 van een essay van een van de grondleggers van de economie, de Fransman Jean-Baptiste Say. Geïnspireerd door het woord inflatie ontstonden in de twintigste eeuw tal van andere economische begrippen, zoals deflatie (‘waardevermeerdering van het geld’), reflatie (‘stimulering van de geldcirculatie’), stagflatie (‘economische stagnatie in combinatie met inflatie’) en exotischer termen als slumpflatie (‘plotselinge economische crisis die gepaard gaat met inflatie’).
Uit taalkundig oogpunt vind ik vooral interessant dat het woorddeel -flatie (vaak in de betekenis ‘inflatie’) steeds vaker met inheemse woorden wordt gecombineerd tot nieuwe samenstellingen, zoals gasflatie (‘inflatie door stijgende gasprijzen’). Zolang de geest van de inflatie niet terug is in de fles, zullen er vast meer van dit type samenstellingen komen.
Ton den Boon, Nederlands hoofdredacteur van de Dikke Van Dale