Koudvegetariër

Koudvegetariër

Zaterdag eet onze 6-jarige een broodje bij de buren mee. Na de lunch krijg ik een appje van de buurman: "Ik deed ham onder haar gebakken ei, maar dat paste niet bij haar koudvegetarische principes. Ik was wel even onder de indruk. Ze heeft het zelf verzonnen, zei ze."

Inderdaad horen wij al een halfjaar aan tafel dat ze ‘koudvegetariër’ is. Grappig, vonden we, maar we waren vooral geraakt door de inhoud, niet zozeer door de woordvondst. Want principieel geen vlees als broodbeleg willen eten, maar ’s avonds wel volop genieten van een hamburger of kibbeling, dat is grappig.

Nu het appje van de buurman. Misschien hebben we haar overtuiging te snel voor lief genomen en te weinig stilgestaan bij wat ze eigenlijk zegt. We lachen het meestal een beetje weg. Inderdaad wijst ze consequent elke vorm van salami, makreel en paté bij ontbijt en lunch af. Telkens onder het voorwendsel: "Neehee, ik ben koudvegetariër!" O ja. Geen koude vleeswaren voor onze jongste.

Maar ondertussen heeft ze wel een best briljante woordvondst gedaan. En geen woord te veel gebruikt. Zou ze toch wat van mijn talige genen mee hebben gekregen? Als iedereen nou en masse dit woord gaat gebruiken, zodat het een goede kandidaat wordt voor de Dikke Van Dale… Ik gooi alvast een balletje op bij onze hoofdredacteur.   

 

Chantal van Welsem-Janssen, contentmarketeer bij Van Dale Uitgevers

 


Vorig artikel
Volgend artikel

Gerelateerde artikelen