Knuffelcontact
Een nieuwe regering, een nieuw geluid. België heeft sinds 1 oktober een nieuwe federale regering en dat horen we ook. Anders dan de vorige wordt die geleid door een Vlaming of – in dit verband relevanter – een Nederlandstalige. En die zegt klaar en duidelijk waar het op staat: buiten hun eigen gezinsleden mogen Belgen nog één knuffelcontact hebben. Zo.
De vorige regering, geleid door de Franstalige Sofie Wilmès, was niet bepaald een communicatiewonder. Elke Belg kan zich een nachtelijke persconferentie van de premier nog levendig voor de geest halen. De powerpoint die ze daarbij gebruikte, kan zo in de handboeken ‘publieksvoorlichting’. Om te laten zien hoe je het vooral niet moet doen.
Volgens de vorige regering moesten we de barrièregebaren respecteren. Geen mens die wist wat ze daarmee bedoelde. Nu kan een Franstalige zich misschien iets voorstellen bij gestes barrières, maar op zijn minst deze Nederlandstalige begreep er niets van. Bleek dat onder meer je handen wassen een barrièregebaar is. Een preventiemaatregel dus. Zeg dat dan.
De nieuwe regering heeft in elk geval goed begrepen dat helder communiceren nodig is. Het hoeft niet altijd zo plastisch te zijn als het ‘blijf in uw kot’ van onze vorige minister van Volksgezondheid. Maar dat je een ‘nauw contact’, met wie je geen afstand hoeft te houden en die je eens goed mag vastpakken, een knuffelcontact noemt, dat vind ik hartverwarmend.
Zit er iemand te wachten op een nauw contact? Niet echt. Zit er iemand te wachten op een welgemeende, dikke knuffel? Ik denk het wel. (Voor alle duidelijkheid, beste Nederlanders, een knuffelcontact is niet per se een knuffelmaatje of seksbuddy.) Mijn knuffelcontact is mijn 79-jarige moeder, die na het overlijden van mijn vader eerder dit jaar, nu en dan een flinke knuffel best wel kan gebruiken.
Ruud Hendrickx, Vlaams hoofdredacteur van de Dikke Van Dale