En het Woord van het Jaar 2019 is ...

Boomer is in Nederland als Woord van het Jaar 2019 gekozen en dat is best opmerkelijk. Het grote maatschappelijke thema van het afgelopen jaar was toch het klimaat? Met al die klimaatspijbelaars, -stakers, -drammers en -salafisten. En niet te vergeten al die uitingen van schaamte, zoals bezorgschaamte, die vaak eveneens tot het klimaat te herleiden zijn. Als mij van tevoren naar mijn favoriet onder de kandidaten voor de Woord van het Jaar-verkiezing was gevraagd, zou ik hebben geantwoord dat klimaatspijbelaar – de nummer twee in de verkiezing – of desnoods klimaatdrammer de grootste kans op de titel maakte.


Verdomd interessant, maar gaat u verder

Boomer is komen overwaaien uit het Angelsaksische taalgebied, waar de uitroep ‘OK boomer’ vooral populair is onder millennials om ouderen met achterhaalde, ouderwetse of conservatieve ideeën de mond te snoeren:

‘Ik zie de zee nog altijd niet stijgen, het valt dus best mee met die klimaatverandering.’
‘OK boomer!’

De uitroep dient om duidelijk te maken dat je het niet eens bent met wat een ander zegt, maar je geeft er tevens mee aan dat je geen zin hebt in een inhoudelijke discussie, omdat je denkt dat die toch nutteloos zal zijn. ‘OK boomer’ is, kortom, een discussiedooddoener die zoiets wil zeggen als ‘Wat een geleuter, daar ga ik echt niet serieus op in’. Of wat informeler: ‘Lul maar lekker door, ouwe’. De boodschap die ‘OK boomer’ overdraagt, is overigens allerminst nieuw. ‘Verdomd interessant, maar gaat u verder’, zeiden de bijna-babyboomers van nu in de jaren tachtig Wim T. Schippers na als hun ouders zeiden dat de personal computer echt niets meer dan een modegril was.

 
Generatiekloof en leeftijdsdiscriminatie 

Als neerbuigende benaming voor een persoon, vooral van gevorderde leeftijd, met ouderwetse, achterhaalde of conservatieve opvattingen is boomer een leenwoord uit het Engels. Het is in die taal verkort uit baby boomer (geboortegolver) en werd oorspronkelijk alleen gebruikt ter aanduiding van vertegenwoordigers van de babyboomgeneratie (generatie van personen geboren tussen 1946-1955). Dit jaar werd de betekenis opgerekt tot iedereen die min of meer op leeftijd is en achterhaalde ideeën heeft. Babyboomers die qua ideeën wél met hun tijd meegegaan zijn, zijn dus geen boomers, terwijl vertegenwoordigers van bijvoorbeeld de generatie X (1956-1970), de patatgeneratie die daarna kwam en zelfs generatie Y (1980-1995) met fossiele denkbeelden wel boomers genoemd kunnen worden.

Hoewel boomer geen typisch klimaatwoord is, maakte het woord in ons land wel zijn mediadebuut in verband met het klimaatdebat. Half november verscheen op de sociale media een filmpje waarin het jeugdige Nieuw-Zeelandse parlementslid Chlöe Swarbrick een oudere collega de mond snoerde die haar tijdens een debat over klimaatmaatregelen had geïnterrumpeerd. Dat deed ze met een neerbuigend handgebaar en de opmerking ‘OK boomer’. Dat filmpje zorgde voor ophef, omdat Swarbrick met haar opmerking de suggestie wekte dat ze haar opponent op grond van zijn leeftijd afserveerde. Daarbij vielen al snel woorden als generatiekloof en leeftijdsdiscriminatie

Dat zijn woorden die ook weleens vallen in verband met het klimaatdebat, zeker sinds jongeren in 2019 massaal het voorbeeld van klimaatmeisje Gretha Thunberg volgden en zich tot klimaatspijbelaars ontpopten en daarbij vooral ouderen (nationale en supranationale overheden) opriepen tot klimaatregelen om hún toekomst veilig te stellen. Op grond daarvan wordt zelfs weleens gezegd dat het gevoel van urgentie in het debat over klimaatverandering ‘een generatieding’ is. Zo komen het woord boomer en het klimaatdebat uiteindelijk toch weer samen.

 

Het enige leenwoord 

Alom werd er in 2019 bezorgd gediscussieerd over de verengelsing van het Nederlands. En inderdaad, het Nederlands neemt geregeld woorden over uit het Engels. Boomer is een typisch voorbeeld van zo’n Engels leenwoord. Moeten we de verkiezing van dit Engelse leenwoord tot Woord van het Jaar 2019 nu beschouwen als een voortvloeisel van die verengelsing?
Wie zal het zeggen?
Het is in elk geval wel opmerkelijk dat van de negentien genomineerde woorden voor de Woord van het Jaar-verkiezing uitgerekend het enige Engelse leenwoord heeft gewonnen. Zou dat komen doordat er veel millennials (al dan niet met een grote voorliefde voor het Engels) op hebben gestemd?

Kijk je naar het bredere plaatje, namelijk de hele lijst met genomineerde woorden, dan wordt duidelijk dat puristen vooralsnog niet al te bezorgd hoeven te zijn over de verengelsing van onze taal: de achttien andere WvhJ-genomineerden zijn immers stuk voor stuk oer-Nederlandse samenstellingen. Ze bewijzen dat er nog steeds veel adequate, duidelijke en soms zelfs mooie woorden in onze eigen taal worden gevormd.

 

Ton den Boon, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale 

Nederlands hoofdredacteur Ton den Boon en Vlaams hoofdredacteur Ruud Hendrickx vertellen maandelijks over het verrijken van de Dikke Van Dale. 

Vorig artikel
Volgend artikel

Gerelateerde artikelen