Schrijftip Van Dale Taaltrainingen - Wat of dat?
Welk woord moet je invullen in deze zin? ‘Wat doe je met het geld ___ je bespaart?’
Voor veel mensen klinkt wat hier het natuurlijkst, maar volgens de regels moet het dat zijn. Hoe zit dat ook alweer met dat en wat?
Woorden als wat en dat heten ‘betrekkelijke voornaamwoorden’. Die verbinden twee deelzinnen met elkaar. Het betrekkelijk voornaamwoord slaat terug op een zinsdeel dat al eerder genoemd is, het antecedent. Dat antecent bepaalt welk voornaamwoord juist is.
Regels
Die
Als het antecedent een de-woord of een meervoud is, gebruik je die: de medewerker die haar targets haalt, de doelen die we onszelf stellen.
Dat
Is het antecedent een enkelvoudig het-woord, dan gebruik je dat: het doel dat ik mezelf stel, wat doe je met het geld dat je bespaart.
Wat
Lastig is vooral het gebruik van wat. Dat gebruik je in elk geval als je naar de hele voorgaande zin verwijst: Sara komt een uurtje later, wat geen probleem is. Lastiger is het in de volgende gevallen. De meeste taaladviseurs zeggen dat je wat ook moet gebruiken als je naar onbepaalde woorden (zoals iets, niets, alles, veel) of naar het + een overtreffende trap verwijst: iets wat ik graag doe, alles wat ik wil, het leukste wat ik ooit gedaan heb. In de praktijk komt daar ook vaak dat voor; en bijvoorbeeld het Taalhandboek Nederlands van Van Dale vindt dat prima.
Betekenisverschil
Een heel enkele keer kun je een zin formuleren waarin je zowel dat als wat kunt invullen, maar dat levert dan wel een betekenisverschil op. Vergelijk bijvoorbeeld onderstaande zinnen maar met elkaar.
- Het team besprak het voorstel, wat veel weerstand opriep.
- Het team besprak het voorstel, dat veel weerstand opriep.
In de eerste zin verwijst wat terug naar de hele voorgaande zin: het bespreken van het voorstel roept dus veel weerstand op. In de tweede zin verwijst dat alleen maar naar het voorstel; dat roept weerstand op. In taaladviezen krijgen zulke zinnen vaak vrij veel aandacht, maar zoals gezegd, in de praktijk komen ze niet zo veel voor.
Welke
Er zijn overigens nog meer betrekkelijke voornaamwoorden; welke bijvoorbeeld. Dat is wat ouderwets, maar in formelere teksten en situaties komt het toch nog wel voor. Let wel op, dat je hiermee alleen naar de-woorden kunt verwijzen. Het balkon welke uitzicht biedt op de weilanden is dus echt fout. De deelnemers welke tevreden waren is niet fout, maar wel verouderd. Kies liever voor de deelnemers die tevreden waren.
Taalverandering
Maar waar komt deze verwarring nou eigenlijk vandaan? Er is al sinds de Middeleeuwen een ontwikkeling gaande waarin d-woorden (die, dat, daar) in deze zinnen worden vervangen door w-woorden (wie, wat, waar). De verandering van daarnaar waar is klaar; niemand zegt meer het huis daar ik woon (deze constructie is dus ooit wel degelijk juist geweest). Bij de andere paren is de ontwikkeling nog bezig. Bij die – wie zien we dat nog niet heel duidelijk (hoewel Johan Cruijff al consequent wiegebruikte, maar daarbij kan het Spaans van invloed zijn geweest), maar bij dat – wat is de trend onmiskenbaar, en onontkoombaar. Het is dus best mogelijk dat onze kleinkinderen alleen nog maar wat gebruiken.
Blijft het lastig? Kijk dan eens naar een Van Dale Taaltraining Zakelijk Nederlands op maat.
Over de auteur
Aleid van de Vooren werkt als NT1-trainer voor Language Partners. Aleids missie is om mensen efficiënter te leren schrijven, zodat ze in minder tijd betere teksten kunnen maken.
Deze blog is oorspronkelijk gepubliceerd en gecreërd door Language Partners.