Woord van de Dag: zonnekoorts

Onze groendrift, schrijft De Telegraaf vandaag, dat wil zeggen het enthousiasme om op grote schaal te investeren in groene stroom, begint te stuiten op de grenzen van wat het stroomnet aankan, oftewel:

 

Het Nederlandse stroomnet kraakt onder de aanwakkerende zonnekoorts.

 

De krant is nogal gecharmeerd van het woord, want verderop staat:

 

Zo veel zonnekoorts hadden netbeheerders niet verwacht. Het bestaande netwerk kan die extra stroom simpelweg niet aan.

 

Maar helemaal nieuw is het woord niet. In mei vorig jaar troffen we  zonnekoorts al aan in NRC Handelsblad:

 

Ogenschijnlijk is die zonnekoorts louter goed nieuws. Zonneparken zijn hard nodig voor de omschakeling op groene energie. Er is ook een schaduwkant. Gemeenten kunnen de aanvragen van ontwikkelaars nauwelijks aan, lokale elektriciteitsnetten staan onder druk, en voedselgewassen zoals suikerbieten en aardappelen maken plaats voor panelen.

 

Zonnekoorts is weliswaar een recent ontstaan neologisme, maar het werd vóór mei 2018 toch al een keer eerder aangetroffen in de media. In 2012 maakte het namelijk zijn mediadebuut in het agrarisch weekblad Boerderij.

 

Met zonnekoorts wordt overigens geen aandoening bedoeld. Het tweede deel van deze samenstelling heeft dezelfde strekking als koorts heeft in goudkoorts. Zonne-energie is het goud van de 21e eeuw: het opwekken ervan is maatschappelijk gezien wenselijk en je kunt er nog geld mee verdienen ook.

 

Definitie

zonnekoorts (de, g.mv.) (ongunstig) koortsachtig verlangen om op grote schaal zonne-energie op te wekken, m.n. om daar geld mee te verdienen

 

 

Ton den Boon, hoofdredacteur Dikke Van Dale

 

Het Woord van de Dag (#WVDD) wordt mede mogelijk gemaakt door Taalbank.nl. Dit artikel is ook te vinden op de website van Taalbank.nl.

 

 

Vorig artikel
Volgend artikel

Gerelateerde artikelen