Hoe komt een woord in de Dikke Van Dale?

Woordenboekmakers zeggen altijd deftig dat zij ‘het werkelijke taalgebruik registreren’. Dat betekent dat alle woorden, woordbetekenissen en uitdrukkingen in het woordenboek hun bestaan begonnen zijn in de wereld om ons heen. Ze werden aangetroffen in kranten, tijdschriften, boeken, brieven of e-mails, ze werden opgemerkt tijdens een gesprek, gehoord op de radio of televisie of gesignaleerd op blogs en sociale media.

 

Voordat een woord of uitdrukking in het woordenboek kan komen, moet het dus al enige tijd bestaan. Vaak zelfs geruime tijd, want pas als een woord of uitdrukking gangbaar is (door vrij grote groepen mensen gebruikt wordt), kan het in de Dikke Van Dale worden beschreven. Soms gaat het heel snel, bijvoorbeeld als de overheid een nieuwe belasting invoert (denk bijvoorbeeld aan de bankentaks, de crisistaks en de verpakkingsbelasting) of als een slogan uit een reclame of een passage uit een Nederlandstalig liedje al binnen enkele jaren tot het bezonken talig erfgoed is gaan behoren (denk bijvoorbeeld aan ‘Heb je even voor mij’ van Frans Bauer of ‘Mag ik dan bij jou’ van Claudia de Breij).

 

Maar het kan ook decennia duren voordat een woord zo courant is dat het in de Dikke Van Dale wordt opgenomen. Zo begon het woord cool in de betekenis ‘gaaf’ al in de jaren zeventig aan zijn opmars in onze (jongeren)taal, maar het zou tot 1999 duren eer dit woord in de Dikke Van Dale werd opgenomen.

 

Dat de woorden in de Dikke Van Dale in de taalgemeenschap zijn ontstaan, maakt dat het woordenboek rotsvast in de taalwerkelijkheid verankerd is. Het betekent ook dat woorden altijd al courant zijn (of zijn geweest) voordat ze in het woordenboek worden opgenomen. Dat heeft dan wel weer als consequentie dat het (papieren) woordenboek altijd een stukje achterloopt op ontwikkelingen in de taalwerkelijkheid.

 

In de Dikke Van Dale Online worden wel nieuwe woorden ‘voorlopig’ toegevoegd door de redactie: dit betekent dat een woord het voordeel van de twijfel krijgt van de woordenboekmakers, maar dat het woord zich de komende tijd nog wel zal moeten bewijzen.

 

Ton den Boon, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale

Vorig artikel
Volgend artikel

Gerelateerde artikelen