Wat is juist: meette of mat?
Vraag:
Wat is juist: Het instituut meette verhoogde concentraties of Het instituut mat verhoogde concentraties?
Antwoord:
Het kan allebei, maar we raden aan om mat te gebruiken.
Uitleg:
Meten is een sterk werkwoord, dat wil zeggen dat er in de verleden tijd en/of bij het voltooid deelwoord een klinker verandert. In dit geval in de verleden tijd: ik meet – ik mat – ik heb gemeten.
Maar er is een sluipende taalverandering aan de gang die ervoor zorgt dat heel wat van die sterke werkwoorden van karakter veranderen. Langzaam maar zeker maakt de sterke vervoeging plaats voor een zwakke. Bij sommige werkwoorden is die verandering al (bijna) voltooid. Zo kom je de verleden tijd stiet (bij stoten) of korf (bij kerven) vrijwel niet meer tegen. Bij andere werkwoorden is het proces nog in volle gang en kun je beide vormen probleemloos naast elkaar gebruiken: het woei/waaide en ik joeg/jaagde.
Bij meten is deze verandering nog maar pas begonnen. De vorm meette komt geregeld voor in geschreven teksten (en inmiddels ook in sommige woordenboeken), maar dit gebruik is nog niet voor iedereen acceptabel. Daarom raden we aan om het voorlopig nog maar even op mat te houden.