Je zult of je zal?
Wat is juist: Je zult wel denken ... of Je zal wel denken ...?
Beide zijn juist, maar Je zal wel denken ... is nogal informeel.
Uitleg
Het persoonlijk voornaamwoord je/jij drukt de tweede persoon enkelvoud uit. Bij regelmatige werkwoorden komt er dan een t achter de stam van het werkwoord, mits je of jij daaraan voorafgaat. Ook bij onregelmatige werkwoorden is dat het geval, al verandert er dan soms ook nog iets anders:
zijn – je bent – ben je
kunnen – je kunt – kun je
willen – je wilt – wil je
zullen – je zult – zul je.
Naast deze gewone vormen zijn ook andere in zwang gekomen, die normaliter worden gebruikt voor de eerste en de derde persoon enkelvoud:
je kan – kan je
je wil – wil je
je zal – zal je
Deze vormen zijn ook correct, maar ze zijn nogal informeel. In verzorgd schriftelijk taalgebruik kun je beter kiezen voor je kunt, je wilt en je zult.