Verhalen over taal: Weg met de bokken, vooruit met de geit
Harriët van Wetten is schrijfster van het boek Kinderloos; tien vrouwen delen hun verhaal (2013).
Het woord feminisme verscheen voor het eerst in 1914 in Van Dale, in de 5e editie. Dat tijdstip is niet vreemd. Het waren de hoogtijdagen van de eerste feministische golf. Vrouwen als Wilhelmina Drucker en Aletta Jacobs zetten zich in voor de rechten van de vrouw. Vijf jaar na de vermelding van feminisme in Van Dale vierde de vrouwenkiesrechtbeweging haar overwinning met het verkrijgen van het actief kiesrecht voor vrouwen.
Het woord ‘feminisme’ waarde al wel langer rond voordat het in Van Dale verscheen. Delpher, de website waarop historische kranten te raadplegen zijn, geeft als oudste vindplaats voor Nederland 2 februari 1895. In het Algemeen Handelsblad van die dag doet een journalist verslag van een toneelstuk dat hij in Parijs had gezien, getiteld: L’évolution de l’amour et de la femme. De titel deed anders vermoeden, schreef de recensent, maar het ging in het toneelstuk toch wel degelijk om ‘propaganda maken voor het ideaal der feministen’.
In 1914 luidde de definitie van feminisme in Van Dale: ‘Vrouwenbeweging, streven naar de emancipatie der vrouw’. In de edities die volgden, zit een interessante betekenisverschuiving. In de 6e en 7e editie uit respectievelijk 1924 en 1950 ging het over het streven naar ‘meer rechten voor de vrouw’. In de drie daaropvolgende edities (1961, 1970 en 1976) luidde de formulering: ‘meer, respectievelijk gelijke rechten voor de vrouw’.>
Bij de editie van 1984 kwam er nog een extra omschrijving bij: ‘streven naar een algehele vervrouwelijking van de maatschappij en de mensen’. Was dit een uitvloeisel van de tweede feministische golf van de jaren zestig en zeventig? Het ging niet langer om meer en gelijke rechten, maar ook om het aanpakken van de door mannen gedomineerde maatschappij. De toevoeging in Van Dale doet denken aan een strijdlied uit die tijd (1975), van Jasperina de Jong, met de tekst: ‘Vrouwen, vrouwen, vrouwen, voorwaarts in de strijd. Weg met de bokken, vooruit met de geit’. Nog opmerkelijker dan de toevoeging uit 1984 is het weglaten ervan in de eerstvolgende editie, uit 1992. Was het streven naar een algehele vervrouwelijking de kop in gedrukt? Of had Van Dale in 1984 iets verzonnen waarin niemand zich herkende? De definitie in 1992 luidde: 1. het streven naar een gelijkwaardige behandeling van vrouwen ten opzichte van mannen, m.n. op het maatschappelijke, economische en juridische vlak en naar doorbreking van traditionele rolpatronen; 2. De groep mensen die zich voor dit streven sterk maakt, synoniem ‘vrouwenbeweging’.
Dat Van Dale sinds 1992 niet meer aan de omschrijving van feminisme heeft gesleuteld, hoeft niet te verbazen. Er is weliswaar rond 1990 nog een derde feministische golf op gang gekomen, maar die had een veel milder karakter dan de voorgaande twee golven. Er was al veel werk verzet door de feministen van het eerste en tweede uur. Gezien de actuele discussies over onder andere de sollicitatieplicht van bijstandsmoeders en gescheiden vrouwen heeft Van Dale – wellicht onbewust – er slim aan gedaan in de laatste definitie niet meer te spreken over ‘rechten van de vrouw’, maar over ‘gelijkwaardige behandeling’. Want het lijkt erop dat de strijd om gelijke rechten zich de laatste jaren heeft verplaatst naar een strijd om gelijke plichten. Ik vermoed dan ook dat Van Dale nog wel een tijdje vooruit kan met de laatste definitie.