Nieuwe diersoort gesignaleerd: de leghaan. Oftewel: hoe de (taal)evolutie voortschrijdt.
In de Volkskrant van 5 februari 2014 stond een artikel met de nieuwsgierig makende kop 'Kip met kloten'. Het stuk gaat over het fokken van legkippen. Bij dat proces worden kuikentjes geboren en de helft van die kuikentjes is van het mannelijk geslacht. Omdat in onze wereld mannetjes geen eieren leggen – we kunnen veel tegenwoordig, maar niet alles – zijn die haantjes economisch gesproken waardeloos. Ze worden, of liever: werden, direct na hun geboorte vergast.
Geen prettige gang van zaken, maar daar gaat het nu even niet om. Nee, het is de benaming van deze dieren die opvalt. In het artikel worden ze steevast aangeduid als 'leghaantjes'. Dat woord staat er alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. En misschien is het dat ook wel, want als je even zoekt op internet zie je dat 'leghaan' wel vaker in deze betekenis wordt gebruikt. Toch blijft het raar. Hoewel? Je hoort tegenwoordig immers ook weleens een man zeggen dat hij in verwachting is?
Overigens hebben de leghaantjes het tegenwoordig beter getroffen. Nou ja, beter? Vaak worden ze niet meteen meer vergast, maar vetgemest voor menselijke consumptie. Ze schijnen namelijk erg smakelijk te zijn, die leghaantjes.