Ze leiden een zwaar leven.

Je kunt in onze taal zowel leiden als lijden. In het eerste geval heb jij het initiatief, in het tweede geval ben je juist de onderliggende partij. Leiden betekent dat je aan het hoofd staat, terwijl degene die lijdt juist iets naars ondervindt of ondergaat:

Ze leidt het bedrijf al jaren met succes.

Hij lijdt aan een vreselijke ziekte.

Leiden met ei heeft ook verschillende afgeleide betekenissen. Het kan iets over een richting zeggen (leiden naar), een gevolg aanwijzen (leiden tot) of een toestand waarin iemand wordt gebracht (leid ons niet in verzoeking).

En het kan ook 'doorbrengen' betekenen, en dat is de betekenis die we zoeken. Je leidt een leven, ook als dat toevallig zwaar is. 

Om het onderscheid tussen leiden en lijden duidelijk te maken, wordt in taaluitingen soms expliciet verwezen naar de spelling. Dat is een bijzonder fenomeen dat alleen bij dit werkwoordenpaar voorkomt:

We lijden met een lange ij.

Heel wat mensen zijn depressief: ze lijden aan het leven.