Column van Jaap Parqui: Trending

Een paar jaar geleden vond ik het een enorm vooruitstrevende stap. In onze onlinewoordenboeken gingen we voortaan twee keer per jaar nieuwe woorden toevoegen. De tijd dat we maar eens in de acht of tien jaar een grote deadline hadden, omdat dan de nieuwe Dikke Van Dale verscheen, lag nog niet ver achter ons. Halfjaarlijks (de Dikke geeft ook semestrieel) nieuwe data online zetten, was als reizen met de hogesnelheidslijn: in twee en een half uur sta je opeens in Parijs. We moesten heel anders gaan werken.

Volgens de redactierichtlijnen werd een woord pas opgenomen als het tot het bezonken taalgoed behoorde, en gedurende langere tijd door de spraakmakende gemeente werd gebruikt. Nu gingen we dichter op de huid van de tijd zitten. Dat stelde ons voor nieuwe vragen Moesten we dan alle eendagsvliegen zomaar opnemen? Ook technisch moest er veel veranderen. De controles die altijd voorafgaand aan de publicatie werden gedaan, namen weken in beslag. Dat ging niet meer. Nu moesten we elke aanvulling direct controleren.

De ontwikkelingen gaan snel. We leven in een tijd van trending topics, news cycles en vluchtige trumpismes. Een halfjaar is inmiddels een eeuwigheid. Als fipronil in het nieuws is, of de van-minister, dan wil je meteen kunnen vinden wat die woorden betekenen. Of hoe je ze in het Engels vertaalt. We zetten daarom sinds een tijd elke dag nieuwe woorden in onze woordenboeken.

Dat vraagt een nog veel grotere aanpassing. Om te beginnen redactioneel. Onze redacteuren liepen altijd al met een vlindernetje door het leven om mooie exemplaren te kunnen vangen, dus dat is niets nieuws. Maar wanneer neem je die vluchtige woorden op? In het Nederlands kun je bijna onbeperkt woorden aan elkaar plakken, het is net lego. We bouwen allemaal voortdurend dat soort woorden, en meestal worden ze na eenmalig gebruik weer weggegooid. Maar moet je die dan ook allemaal opnemen? De redactie maakt daarom een inschatting of zo’n woord nog wel een paar keer gebruikt zal worden, en neemt het dan pas op, met een korte uitleg.

De woorden worden ook vertaald, als ze niet al te specifiek Nederlands zijn. Minister of … zeggen ze in het Engels. En fipronil. En we houden het Engels in de gaten. Hoe zouden we Dutch reach (zoek dat maar op) zeggen in het Nederlands?

Elke nacht verwerken onze computers de input, zodat de nieuwe woorden de volgende ochtend ook op uw computer kunnen verschijnen, en u helemaal bij de tijd bent.

Ik ben zelf elke dag benieuwd welke woorden erbij komen. Maar vooral ben ik benieuwd wat u, als gebruiker van deze ontwikkelingen wilt. U kunt een reactie achterlaten op het reactieformulier hieronder.

 

Jaap Parqui, taaluitgever bij Van Dale Uitgevers


powered by Typeform
Vorig artikel
Volgend artikel