Hoe vernieuw je de Dikke Van Dale? Deel VI: Subbetekenissen omzetten in hoofdbetekenissen
Wat heeft een zeehond met een zeekoe te maken?
Het gaat weliswaar om op elkaar lijkende, maar niet direct verwante diersoorten. Wat zeehond en zeekoe echter gemeen hebben, is dat een jong exemplaar een zeekalf wordt genoemd. In de 15e editie van de Dikke Van Dale wordt dat als volgt beschreven.
Deze informatie is weliswaar correct, maar de presentatie van het 'jong van een zeekoe' als betekenisnuance of subbetekenis onder de hoofdbetekenis '(jonge) zeehond' is niet helemaal bevredigend. Deze presentatie suggereert namelijk een verband tussen de zeehond en de zeekoe dat er niet is. Dat wordt nog versterkt door het label 'in 't bijzonder', dat in dit geval slaat op de frequentie van het woord zeekalf in de zeekoe-betekenis.
Een subbetekenis is in feite bedoeld om een zaak, hoedanigheid of handeling te beschrijven die in nauw verband staat tot de hoofdbetekenis en die daarvan eigenlijk niet los kan worden gezien. Als die verwantschap er niet is of niet (meer) meteen duidelijk is, moet een subbetekenis worden gepromoveerd tot een zelfstandige betekenis.
Jaren geleden is de redactie van de Dikke Van Dale daar al mee begonnen: als we bij de reguliere bewerking een betekenisnuance aantroffen, beoordeelden we meteen of die kon blijven of niet.
Zoals wel vaker het geval is met dit woordenboek, gaat het om héél veel gevallen die mogelijk moeten worden aangepast. Op dit moment zijn er nog altijd zo'n tienduizend betekenisnuances in de Dikke Van Dale en naar schatting moet ruim de helft daarvan tot een zelfstandige betekenis worden gepromoveerd. Deze bewerking is erg arbeidsintensief. Dat komt omdat vaak meteen ook uitgezocht moet worden of het woord in de hoofd- en/of subbetekenis nog wel courant is, of er idioom mee bestaat en/of er synoniemen zijn. Omdat het resultaat van dit werk het woordenboek uiteindelijk transparanter en informatiever maakt, is het wel heel nuttig.
Om over een paar jaar alle betekenisnuances in de Dikke Van Dale gezien (en zo nodig weggewerkt) te hebben, lossen we de betekenisnuances niet meer alleen op als we ze toevallig bij de reguliere bewerking aantreffen, maar gaan we systematisch in het bestand op zoek naar zulke nuances om steeds een flink aantal gevallen in één keer te bewerken. Dan schiet het werk beter op. Zo trof ik onlangs het trefwoord wespennest aan.
Een plaats ('woon- of schuilplaats van kwaadaardige personen') is wezenlijk iets anders dan een netelige kwestie. Beide betekenissen hebben eigenlijk alleen maar met elkaar gemeen dat het om figuurlijke toepassingen van het woord wespennest gaat. Inhoudelijk is het daarom gerechtvaardigd dat de subbetekenis tot hoofdbetekenis gepromoveerd wordt. Dat die bewerking gepaard kan gaan met het moderniseren van de definities, het toevoegen van een aantal synoniemen en voorbeeldzinnen, maakt het resultaat des te bevredigender:
Ton den Boon, hoofdredacteur van de Dikke Van Dale