Column: Persoonsnamen in Van Dale
‘Staan er ook eigennamen in Van Dale?’, wordt weleens gevraagd. Ja, als een eigennaam deel uitmaakt van een uitdrukking, hoort hij in het woordenboek. Vaak gaat het om Bijbelse of mythologische namen: Abraham, Adam, Methusalem, Pontius Pilatus. Daar zijn uitdrukkingen mee gevormd als weten waar Abraham de mosterd haalt en zo oud als Methusalem. Maar ook met andere (voor)namen zijn er uitdrukkingen, zoals klaar is Kees en boven Jan zijn. Vaak is een eigennaam een soortnaam geworden, die met een kleine letter wordt gespeld als je er een lidwoord (de, een, het) voor kunt zetten. Henkie in een gekke henkie is daar een voorbeeld van. De uitdrukking wordt gebruikt als persoonstypering van een sullige man die zich alles laat aanleunen.
Er zijn tientallen namen die op vergelijkbare wijze met een bijvoeglijk naamwoord worden gecombineerd: een houten klaas, vlugge japie, Hollands kaatje, verdomde lowietje, blinde maupie, helder mientje, blonde miep, manke nelis, malle pietje, rare tinus. Bij de vorming van zulke typeringen speelt vaak een vorm van rijm een rol. Aan assonantie (rijm door gelijkheid van klinkers) hebben we bekende persoonstyperingen te danken als crea bea, gekke gerrit, snelle jelle, stille willie en blonde dolly. Alliteratie (rijm door gelijkheid van beginklank) ligt aan de basis van uitdrukkingen als dolle dries, handige harry, jarige jet (of job), linke loetje, fluwelen frederik en gijsje goochem. Sommige van die uitdrukkingen hebben een historische of literaire basis. Een mooi voorbeeld daarvan is nieuwsgierig aagje. Deze persoonstypering gaat terug op het zeventiende-eeuwse kluchtspel Kluchtigh Avontuurtje van ’t Nieuwsgierigh Aeghje van Enckhuysen (1688). Het aardige van deze persoonstypering is dat ze inmiddels boven alle seksen en genders verheven is: een nieuwsgierig aagje betekent simpelweg: een nieuwsgierige persoon.
Ton den Boon, Nederlands hoofdredacteur van de Dikke Van Dale