Opdracht:
U mag in elke zin maximaal één woord vervangen, verwijderen of toevoegen.

1. Ik ben s’ochtends vroeg niet op mijn best, dus laten we vanmiddag vergaderen.
2. In April hebben we door al die feestdagen lekker vaak vrij.
3. We moeten weer eens bij elkaar komen, we hebben zo lang niet overgelegd!
4. In Scandinavië zijn de salarissen hoger als in Nederland.
5. Ik herinner helemaal niet hoe de vorige receptioniste heet.  

Antwoorden:
1. [s’ochtends] = [’s ochtends]
2. [April] = [april]
3. [overgelegd] = [overlegd]
4. [als] = [dan]
5. herinner [me] helemaal 

1. Vroeger was het des morgens. De apostrof (’) staat op de plaats van de verdwenen letters. 
2. De namen van de maanden schrijven we in het Nederlands met een kleine letter. Behalve als die naam aan het begin van de zin staat.
3. Het werkwoord overleggen in de betekenis ‘bespreken’ is onscheidbaar en krijgt nooit het voorvoegsel ‘ge’. 
4. Bij vergelijkingen gebruiken we het woordje dan bij ongelijkheid. Jan is groter dan Piet. Maar: Piet is niet zo groot als Jan.
5. Herinneren in de betekenis ‘in je gedachten laten terugkomen’ is in het Nederlands wederkerend: zich herinneren. Dus: Ik herinner me het einde van de film niet, maar: Mijn collega herinnert me aan mijn afspraak. 

Geen 10 voor taal?

Volg bijvoorbeeld onze taaltraining Correct Nederlands. Ga voor meer informatie naar Taaltraining Correct Nederlands.
 

Ga voor meer informatie over onze andere taaltrainingen naar www.vandale.nl/taaltrainingen of neem contact op met Cily Schouteten via 088-700 2888 of via info@vandaletaaltrainingen.nl 

Al onze trainingen zijn te volgen als open groepstraining, individuele training of incompanytraining.