Koningslied Lied ter ere van de koning of koningin van een land.
Het woord koningslied staat niet in de Dikke Van Dale, maar werd in het verleden nu en dan aangetroffen in de media ter aanduiding van een dynastieke hymne, zoals ‘God save the Queen’ en ‘Het Wilhelmus’. Eind februari 2013 explodeerde het gebruik van het woord koningslied in de media toen het Nationaal Comité Inhuldiging bekendmaakte dat er ter gelegenheid van de troonsbestijging door Willem-Alexander ‘een Koningslied komt dat heel Nederland op 30 april moet kunnen meezingen’. Bovendien zou er gemakkelijk op gedanst moeten kunnen worden. Het Koningslied, geschreven door John Ewbank, stuitte na publicatie direct op forse kritiek. Het zou oppervlakkig zijn, grammaticale regels overtreden en een aanslag vormen op het Nederlandse taaleigen. Een afgewogen kritiek had de fouten misschien aan het licht kunnen brengen, zodat er nog wat aan het Koningslied te verhapstukken was geweest. Sommige critici brachten het lied en zijn makers echter vooral in diskrediet om zélf te kunnen stralen. Nadat de maker het Koningslied aanvankelijk had teruggetrokken in reactie op de kritiek, besloot het Nationaal Comité Inhuldiging dat het tóch gezongen zou moeten worden op de dag van de inhuldiging. Vreemde talige passages in het lied werden vervolgens goedgepraat als ‘dichterlijke vrijheden’, de critici werden vakkundig geframed als ‘zuurpruimen’ en het einde van het liedje was dat het Koningslied op 30 april weerklonk door ’t ganse land. |