Betekenis 'vissen'
Je hebt gezocht op het woord: vissen.
vis (de; m; meervoud: vissen) 1koudbloedig gewerveld dier dat in het water leeft, door kieuwen ademt en zich door eieren voortplant: zo gezond als een vis kerngezond; zich als een vis in het water voelen het erg naar zijn zin hebben; als een vis op het droge hulpeloos
Vis (de; m/v/x; meervoud: Vissen) 1iem. die onder het teken Vissen geboren is
vis·sen (viste, heeft gevist) 1vis (proberen te) vangen: op haring vissen2boven water brengen: parels vissen3achter iets proberen te komen: naar iets vissen
Vis·sen (meervoud) 1teken uit de dierenriem
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.