Betekenis 'vaart'
Je hebt gezocht op het woord: vaart.
vaart (de; v(m); meervoud: vaarten) 1gang, snelheid: in volle vaart; het zal zo'n vaart niet lopen zo erg niet worden; (vaak ironisch) in de vaart der volkeren opgestoten worden een belangrijke rol gaan spelen op het wereldtoneel2het varen, de scheepvaart: wilde vaart ongeregeld scheepvaartverkeer3kanaal: een weg langs de vaart
1va·ren (de; v(m); meervoud: varens) 1sporendragende plant
2va·ren (voer, heeft, is gevaren) 1met een vaartuig over het water gaan: hij vaart is zeeman¶ergens wel bij varen er voorspoed door hebben; iets laten varen ervan afzien
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.