Betekenis 'uitbouw'
Je hebt gezocht op het woord: uitbouw.
uit·bouw (de; m; meervoud: uitbouwen) 1aan een gebouw uitgebouwd gedeelte
uit·bou·wen (bouwde uit, heeft uitgebouwd) 1door bij te bouwen vergroten: een huis uitbouwen2laten toenemen: een voorsprong uitbouwen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.