Betekenis 'sloop'
Je hebt gezocht op het woord: sloop.
1sloop (de/het; v(m) en o; meervoud: slopen) 1overtrek van een kussen
2sloop (de; m) 1het slopen; = afbraak
slo·pen (sloopte, heeft gesloopt) 1afbreken: huizen slopen2uitputten, ondermijnen: een slopende ziekte
slui·pen (sloop, heeft, is geslopen) 1zich in alle stilte voortbewegen2zich zeer geleidelijk en stil ontwikkelen: een sluipende kwaal; er is een fout in geslopen er is ongemerkt een fout ontstaan
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.