Betekenis 'prik'
Je hebt gezocht op het woord: prik.
prik (de; m; meervoud: prikken) 1lichte steek met een puntig voorwerp: speldenprik; een prik met een pen2steek in een lichaamsdeel met een holle naald om een stof in te spuiten of af te nemen; = injectie: iem. een prik geven; een prik zetten3de hierdoor gemaakte opening: daar zit een prik van een mug4koolzuur: limonade met prik5koolzuurhoudende frisdrank: een glaasje prik¶voor een prik(je) iets kopen voor heel weinig geld; dat is vaste prik gebeurt regelmatig
prik·ken (prikte, heeft geprikt) 1steken2vaststeken met een puntig voorwerp: een plaat aan de muur prikken3(willekeurig) kiezen: een datum prikken
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.