Betekenis 'oudje'

Je hebt gezocht op het woord: oudje.

1oud (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) zie 1ouwe1van de genoemde leeftijd: ik ben dertig jaar oud2(van personen) al lang in leven (tegenstelling: 1jong (1)): oude mensen; ouwe jongens (onder elkaar) die elkaar al lang kennen en amicaal met elkaar omgaan; oud en wijs genoeg zijn om … verstandig genoeg zijn of voldoende levenservaring hebben om …3(van dingen) al lang bestaand (tegenstelling: 1nieuw (1)): een oud huis4voormalig, ex-: oud-leerling, oud-officier, oud-strijder 2oud 1oud en nieuw de jaarwisseling 1ou·de (de; m/v/x; meervoud: ouden) zie 1ouwe1bejaarde: ouden van dagen bejaarden2vroegere: ik ben weer de oude zoals ik vroeger was 2ou·de (het; o) 1alles bij het oude laten niet veranderen oud·je (het; o; meervoud: oudjes) 1(informeel) oude man of vrouw

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.