Betekenis 'mandaat'
Je hebt gezocht op het woord: mandaat.
man·daat (het; o; meervoud: mandaten) 1machtiging; = opdracht: een mandaat van de kiezers gekregen hebben2(België) voordracht van een kandidaat op de verkiezingslijst
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.