Betekenis 'leegloop'
Je hebt gezocht op het woord: leegloop.
leeg·loop (de; m) 1het teruglopen van het aantal inwoners, (personeels)leden enz.: de leegloop van de kerken
leeg·lo·pen (liep leeg, heeft, is leeggelopen) 1door wegstromen van de inhoud leeg worden: een fietsband leeg laten lopen; de zaal liep leeg2niets doen; = lanterfanten: hij heeft een heel jaar leeggelopen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.