Betekenis 'keel'
Je hebt gezocht op het woord: keel.
keel (de; v(m); meervoud: kelen) 1voorste gedeelte van de uitwendige hals: iem. naar de keel vliegen hem dreigen te wurgen2ruimte achter in de mond; = keelgat: een brok in de keel krijgen hevig ontroerd worden; het hangt (of: komt) hem de keel uit hij heeft er genoeg van; een keel opzetten gaan schreeuwen
ke·len (keelde, heeft gekeeld) 1de keel doorsnijden
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.