Betekenis 'kalender'
Je hebt gezocht op het woord: kalender.
ka·len·der (de; m; meervoud: kalenders) 1lijst, stel bladen waarop je de maanden, weken en dagen van een jaar kunt zien: bureaukalender, scheurkalender, verjaardagskalender; op de kalender kijken2stelsel waarnaar de lengte van de jaren enz. geregeld is; = tijdrekening: de gregoriaanse kalender die Paus Gregorius XIII in 1582 invoerde, de huidige kalender
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.