Betekenis 'integraal'
Je hebt gezocht op het woord: integraal.
1in·te·graal (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1voltallig, geheel: integrale publicatie
2in·te·graal (de; v(m); meervoud: integralen) 1(wiskunde) functie in haar verhouding tot de daarvan afgeleide functie
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.