Betekenis 'ei'

Je hebt gezocht op het woord: ei.

ei (het; o; meervoud: eieren; verkleinwoord: eitje) 1cel waaruit het embryo ontstaat, m.n. vogelei, kippenei: een Russisch ei slaatje met o.a. twee halve eieren en mayonaise; een zacht(gekookt) eitje werkje dat weinig moeite kost; je ei niet kwijt kunnen niet (kunnen) zeggen wat je eigenlijk wilt zeggen; eieren voor zijn geld kiezen afzien van het onbereikbare en met een kleiner voordeel genoegen nemen; op eieren lopen heel voorzichtig zijn; het ei van Columbus eenvoudige oplossing voor een schijnbaar moeilijk probleem2(spottend) man die niet erg mannelijk is, halve zachte: wat een ei, die vent; een blij ei iem. die altijd maar blij en vrolijk is(België) ei zo na bijna

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.