Betekenis 'buig'

Je hebt gezocht op het woord: buig.

bui·gen (boog, heeft gebogen) 1zich krommen: (het wordt) buigen of barsten toegeven of grote onenigheid; zich over iets buigen zich ermee bezighouden, zich erin verdiepen2een buiging maken: buigen voor iem.; (figuurlijk) voor iem. moeten buigen zijn meerdere in hem moeten erkennen, door hem verslagen worden3laten krommen, gebogen laten zijn: (figuurlijk) het hoofd buigen zich gewonnen geven bui·ig (bijvoeglijk naamwoord) 1(van het weer) onbestendig, regenachtig

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.