Betekenis 'Thuisblijvers'
Je hebt gezocht op het woord: Thuisblijvers.
thuis·blij·ver (de; m/v/x; meervoud: thuisblijvers) 1iem. die thuisblijft
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.