Betekenis 'Schorst'
Je hebt gezocht op het woord: Schorst.
1schor (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: schorder, overtreffende trap: schorst) 1hees
2schor (de; v(m); meervoud: schorren; verkleinwoord: schorretje) 1(in Zeeland) naam van buitendijks aangeslibde kleigrond
schor·sen (schorste, heeft geschorst) 1tijdelijk uit zijn ambt zetten; tijdelijk van school sturen; (tijdelijk) uitsluiten van wedstrijdsport: de wielrenner werd voor een jaar geschorst2tijdelijk laten ophouden: een vergadering schorsen
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.