Betekenis 'Periodieker'
Je hebt gezocht op het woord: Periodieker.
1pe·ri·o·diek (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1op geregelde tijden (terugkerend, verschijnend): periodiek systeem van de elementen ordeningssysteem van de scheikundige elementen2repeterend
2pe·ri·o·diek (het; o; meervoud: periodieken) 1periodiek geschrift, tijdschrift
3pe·ri·o·diek (de; v; meervoud: periodieken) 1een automatische, al of niet jaarlijkse, salarisverhoging
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.