Betekenis 'Huisgenootjes'
Je hebt gezocht op het woord: Huisgenootjes.
huis·ge·noot (de; m/v/x; meervoud: huisgenoten) 1iem. met wie je in eenzelfde huis woont
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.