Betekenis 'Hakjes'
Je hebt gezocht op het woord: Hakjes.
hak (de; v(m); meervoud: hakken) 1achterbenedendeel van de mensenvoet; = hiel: iets op de hak nemen bespotten; de hakken in het zand zetten zich halsstarrig verzetten, niet toegeven; met de hakken over de sloot op het nippertje2(van een schoen) verhoging onder de hiel¶iem. een hak zetten hem benadelen; van de hak op de tak springen van het ene onderwerp naar het andere overspringen zonder een verband te leggen
hak·je (het; o; meervoud: hakjes) 1(voetbal) met de hak gespeelde bal
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.