Betekenis 'Geducht'
Je hebt gezocht op het woord: Geducht.
duch·ten (duchtte, heeft geducht) 1(formeel) bang zijn voor; = vrezen
ge·ducht (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord) 1vrees of ontzag inboezemend2geweldig, ontzaglijk
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.