Betekenis 'Baren'
Je hebt gezocht op het woord: Baren.
1baar (de; v(m); meervoud: baren) 1golf: de zilte baren de zee
2baar (de; v(m); meervoud: baren) 1staaf van metaal, m.n. van goud of zilver
3baar (de; v(m); meervoud: baren) 12draagbaar: lijkbaar
4baar (bijvoeglijk naamwoord) 1in baar geld betalen in klinkende munt
1bar (bijvoeglijk naamwoord, bijwoord; vergrotende trap: barder, overtreffende trap: barst) 1(van streken) kaal, onvruchtbaar2guur, koud; = akelig: een barre winter; het was bar en boos zoals hij tekeerging hij ging heel erg tekeer3erg: het is bar koud vandaag
2bar (de; m en v; meervoud: bars; verkleinwoord: barretje) 1cafébuffet met hoge krukjes: aan de bar zitten2klein café: in een bar afspreken3gelegenheid waar je snel iets kunt gebruiken, snel reparaties kunt laten verrichten enz.: koffiebar, hakkenbar
ba·ren (baarde, heeft gebaard) 1een kind ter wereld brengen2veroorzaken: dat zal opzien baren; dat baart me zorgen dat maakt me erg bezorgd
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.