Betekenis 'fout'

Je hebt gezocht op het woord: fout.

1fout (zelfstandig naamwoord) 1(verkeerde handeling) faute v, erreur v, (in gedrag) tort m, (gebrek) défaut m: het is fout (om) te denken dat … c'est un tort de croire que …; een ernstige fout begaan commettre une faute grave; fout op fout stapelen accumuler (of: multiplier) les erreurs; zonder fouten sans fautes 2fout (bijvoeglijk naamwoord) 1(niet juist) incorrect(e), faux, fausse, fautif, -ive: een fout antwoord une réponse inexacte; dat is fout c'est faux2(niet zoals het hoort) pas (très) comme il faut: foute kleren des vêtements insortables; foute humor de l'humour politiquement incorrect; wat een foute man! il n'est pas très net, ce type !; wat een foute opmerking! quelle remarque déplacée ! 3fout (bijwoord) 1de boel loopt fout cela finira mal

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.