Betekenis 'baas'
Je hebt gezocht op het woord: baas.
baas 1(hoofd, chef) maître m, patron m: de baas blijven over rester maître de, maîtriser; baas zijn in eigen huis être maître chez soi; in de baas zijn tijd pendant les heures de travail; de moeilijkheden de baas kunnen être à la hauteur des difficultés; de baas spelen être autoritaire; iem. de baas zijn être plus fort que qqn.2(uitblinker) expert en, passé maître dans l'art de (+ onbepaalde wijs): je hebt altijd baas boven baas à malin, malin et demi
Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?
Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.