Betekenis 'Frans'

Je hebt gezocht op het woord: Frans.

1Frans (zelfstandig naamwoord) 1français m: Frans spreken parler français; hij spreekt goed Frans il parle bien le français; fout tegen het Frans faute de français; hij spreekt een mondjevol Frans il se débrouille en français; in het Frans en français; op zijn Frans à la française 2Frans (bijvoeglijk naamwoord) 1français(e), de France: met de Franse slag à la va comme je te pousse; Franse titel faux titre

Dit woord opzoeken in onze grootste woordenboeken?

Bestel nu uw toegang of probeer Van Dale Online gratis. U krijgt direct en zonder verdere verplichtingen tijdelijk toegang tot de beste taalhulpmiddelen van Van Dale.